(plunderde, heeft geplunderd), (i.h.b.:) wederrechtelijk leeg plukken (vruchtboom). Jos hield erg veel van boomkllmmen.
Zo kwam het eens voor dat ze zo druk bezig was met het plunderen van de olijfboom van de school, dat ze niet eens de bel hoorde (BN 120: 54; 1980).