Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

groeten

betekenis & definitie

(groette, heeft gegroet), (ook:)

1. een kort bezoek brengen; een praatje maken met. Ze had een Hef dochtertje. Eens toen zij vacant ie had, had zij het meisje gebracht om ons te groeten (Dobru 1968c: 21).
2. de groeten doen. Ze wilde niet binnenkomen, ‘je ziet me deze week nog wel, groet je moeder’ Doelwijt (1972: 40).
- Syn. van 1 zien. Zie ook: mooi groeten.
- : laten groeten (liet g., heeft laten g.), de groeten laten doen. Ma laat tante groeten, zei Armand, ze heeft een koek voor tante gebakken (Maynard a: 9).