Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Iemand een loer draaien

betekenis & definitie

hem beetnemen,, een poets bakken, een kool stoven. In geheel Noord- en ook hier en daar in Zuid-Nederland bekend.

De oorspr. van deze zegsw., waarvan geen oude bewijsplaatsen zijn overgeleverd, staat niet vast, maar niet onaannemelijk is dat zij aan de valkerij ontleend is. De op vliegend wild, inz. patrijzen, afgerichte valken beschrijven kringen hoog in de lucht (zij heten aanwachtersf wordt een patrijs door de valkenier, met behulp van zijn hond, opgejaagd, dan gaat de valk in duikvlucht op hem af en slaat hem. Moet de valk weer bij de jager terugkomen, dan lokt deze hem door met een loer te zwaaien, d.i. een uit twee op elkaar gestikte stukken leer vervaardigd, met zaagsel opgevuld voorwerp, enigszins in de gedaante van een vogel. Het dient dus als schijnprooi, waarmee de valk voor de mal gehouden wordt, en er wordt inderdaad mee gedraaid. De overdr. toepassing vloeit daar vanzelf uit voort. Minder wsch. lijkt de verbinding met uitdr. als iemand ollen (eig. prullen, vodden) draaien; iemand een foef (eig. lap, vod) bakken; iemand knotjes (eig. bosje, kluwentje) draaien, voordraaien, waarnaast een wkw. knotten, verzinsels vertellen, guitige streken uithalen; iemand knopen draaien, hem bedotten, en het 17de-eeuwse lorren draaien, bedriegen, smokkelen, en lorrendraaierij, bedrog, smokkelarij, naast lorling; lordlingdraaierij, waarin lorling eig. betekent een stukje touw waarmee een rietdekker het riet of het stro vastmaakt, een afleiding (oorspr. lordling) van lord, Ostfri. lurd („alte Lappen oder Fetzen, bz. aus alten aufgedrehten Schifftauen gefertige lose Garne od. lockere Drähte, womit Schiffsseile etc. ... umwickelt werden”).