‘Bolleboos’, ontleend aan Hebr.: bahal (baäl) habaïs (habboos), d.i.: heer des huizes. Deze, als hoofd van het gezin, was in de patriarchale tijd het middelpunt van het gezinsleven, de raadgever en vr... Lees meer
‘Juweel’, uit Ofra.: joel (thans: joyau), hetgeen verheugt, feest, speelgoed, kleinood. Kostbaar sieraad. De uitdrukking wordt meestal gebezigd in de zin van: een juweel van een kerel, vrucht e.d. en ... Lees meer
Een grote, fors gebouwde man. Vermoedelijk verband houdend met Ps. 92 : 13: ‘De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, hij zal wassen als een cederboom op Libanon’. Zie voorts: Richt. 9:15 en Dan... Lees meer
Oorverdovend geraas, onuitstaanbaar rumoer. Ontleend aan Matth. 24 : 31, Luc. 21 : 25, 1 Cor. 15 : 52, I Thess. 4:16, waar overal sprake is van Christus’ wederkomst ten ‘oordeel’, waarbij ‘de andere w... Lees meer
Vertaling van Fra.: Appeler un chat un chat, en ontleend aan de satires van Boileau, waarin voorkomen de woorden: ‘J’appelle un chat un chat et Rolet un fripon’, d.i.: ik noem een kat een kat en Rolet... Lees meer