Sint-Nicolaas was bisschop van Myra, het huidige Demre (verbastering van Ta Myra), dat aan de zuidkust van Turkije (de vroegere Levant) in Klein-Azië ligt. Myra is de oudste stad van Lycië en had in de antieke tijd (400 v.Chr.) een strategische positie. De acropolis (bovenstad) lag op een uitloper van een bergmassief dat zich uitstrekte tot in de Myronvlakte. Er was een 20 km lang aquaduct, dat de bewoners voorzag van water.
In de Romeinse tijd werden er in het theater gladiatorengevechten gehouden. Er waren tempels gewijd aan Apollo en aan de stadsgodin → Artemis. Nicolaas bestreed de verering van deze goden. Na Nicolaas’ dood werd rondom zijn graftombe een driebeukige basiliek met een centrale koepel gebouwd.
In 808 probeerden de Arabieren het graf te verwoesten, maar zo wordt verteld ze vernietigden een valse sarcofaag. De Byzantijnse keizer Basileios probeerde daarna het gebeente naar Constantinopel over te brengen. Het lukte hem echter niet dat uit de kerk te ontvoeren. In zijn woede hierover zou hij het gebeente op een onbekende plaats hebben bijgezet.
In 1034 verwoestten de Arabieren de kerk opnieuw.Toen in de slag bij Manzikert (1071) de Byzantijnen verslagen werden door de Turkse aanhangers van Mohammed, kwam Myra (en heel Lycië) in niet-christelijke handen. Omdat de christenen vreesden dat de moslims het gebeente van Nicolaas zouden ontheiligen, wilden zij het naar zich toehalen. In 1087 roofden de Barezen (→ Bari) de overblijfselen van de heilige. Door overstromingen van de rivier de Myros, waaraan Myra ligt, kwam de kerk onder het drijfzand te liggen. Rond 1850 zond tsaar Nicolaas I van Rusland een expeditie uit om de basiliek te restaureren. Ze moesten acht meter drijfzand wegzuigen om de kerk weer bloot te leggen.
De Turkse regering echter werkte de expeditie tegen en de Russen moesten stoppen. Van 1962 tot 1965 vond de laatste restauratie plaats. Het drijfzand werd zo ver afgegraven dat het grondwater tenminste ’s zomers de kerk niet binnendringt. Pas vanaf 1982 zijn hier weer Sint-Nicolaasfestiviteiten en komen veel pelgrims op 6 → december naar Demre.
Blom, 1998; Cioffari o.p., 1997; Heiser, 1978; Mensing, 2001.