Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

een appeltje voor de dorst

betekenis & definitie

Een appeltje voor de dorst noemen we geld dat gespaard wordt om het in tijd van nood te kunnen aanspreken. In het Duits spreekt men van ein Apfel (of: eine Birne, een peer) für den Durst, waarmee slechts een kleinigheid aan spaargeld wordt bedoeld.

Het Frans kent een gelijke uitdrukking, nl. une poire pour la soif. Het behoeft ons niet te verwonderen dat de appel, onze meest gegeten en goedkoopste vrucht, in een aantal overbekende spreekwoorden en uitdrukkingen voorkomt. Een uitdrukking als door de zure appel heenbijten verklaart zichzelf, omdat niemand graag zijn tanden in een zure appel zet. Ook van iemand die het niet al te breed had, werd aangenomen dat er een appelboom bij zijn huis stond en dat er een paar kippen op het erf scharrelden, zodat er voor een appel en een ei een kleinigheid gekocht kon worden (zie ook: Eieren voor zijn geld kiezen). Een appeltje met iemand te schillen hebben (vroeger ook wel: een eitje met iemand te pellen hebben) betekent: een kleinigheid met iemand te vereffenen hebben en een appelflauwte noemt men bij gevoelige dames een flauwte die zo weinig te beduiden heeft dat het bijten in een appel al voldoende zou zijn om de patiënte te genezen. In een Germaanse mythe uit de negende eeuw wordt al melding gemaakt van een schip met vruchten dat op de wolken komt aandrijven en regen brengt. Een flinke bui noemen wij nog steeds een schip met zure appelen.Ten slotte tweemaal het woord appel in bijbelse context. Wie iemand liefheeft als de appel zijner ogen, als zijn oogappel, bemint hem als zijn dierbaarste bezit. Deze uitdrukking komt onder meer voor in het boek Spreuken (7 : 2) van het Oude Testament, waar geschreven staat:

‘Bewaar mijn geboden en leef, en mijn onderwijzing als uw oogappel.’ Aan hetzelfde bijbelboek is de uitdrukking gouden appelen op zilveren schalen (die het symbool vormen van woorden die op het juiste moment worden gesproken) ontleend. Spreuken 25 : 11 zegt het zo:

‘Een woord, in juiste vorm gesproken, is als gouden appelen op zilveren schalen.’