Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

bleek zien als de dood van Pierlala

betekenis & definitie

Wie bleek ziet als de dood van Pierlala heeft een gelaatskleur als van een dode. Deze zegswijze is ontstaan uit de volksliteratuur en verwijst naar een berijmde klucht van Zuidnederlandse oorsprong, die velen in de volgende vorm kennen:

‘Pierelala lei in de kist, al met zijn billetjes bloot; en niemand die het beter wist, of Pierlala was dood. Hij schopte ’t deksel van de kist;

En sprong eruit, dat niemand wist;

Ha, ha! zei Pierlala, ha, ha! zei Pierlala.’ (Van Vloten, Baker- en Kinderrijmen, Amsterdam 1894, blz. 38)

Bovenstaand couplet is in werkelijkheid het negentiende uit een reeks van vierentwintig coupletten die samen de klucht van Pierlala vormen, die al in de zeventiende eeuw populair was, en het roerig leven verhaalt van een verkwister en drinkebroer die schijndood in het graf wordt gelegd, uit de kist kruipt en vervolgens naar zijn vrouw terugkeert om een braaf leven te gaan leiden. Misschien is het lied, dat steeds andere vormen aannam, ‘opgekomen sedert de invallen van de Fransen onder Lodewijk XIV (van maart tot september 1678)’ en misschien moet de naam van Pier-la-la! verklaard worden als die van een ‘Vlaming, die ofschoon met de Franse taal weinig bekend, steeds Franse uitdrukkingen in de mond neemt’ (O. van Duyse, Het Oude Nederlandsche Lied, Hilversum 1965, blz. 1160 e.v.).

In de dood van Pierlala draagt de hoofdpersoon de algemeen bekende mansnaam Pier, die evenals Peer een verkorting van de naam Pieter is. In de zestiende eeuw al sprak men van een kwade Pier om iemand aan te duiden die het anderen voortdurend lastig maakt wij bedienen ons van deze uitdrukking om aan te geven dat iemand ongewild het slachtoffer van een bepaalde situatie wordt. De mansnaam Pier of Peer komt ook voor in uitdrukkingen als een stijve Pier, een malle Peer.