Hoewel het woord blauwkous een weinig complimenteuze betiteling is voor een vrouw die via haar studie carrière wil maken, was de eerste blauwkous een man! De term ontstond in Engeland rond het midden van de achttiende eeuw, de periode waarin er hier en daar culturele gezelschappen ontstonden van dames en heren, die zich liever met literatuur bezighielden dan hun tijd te verdoen met kaartspelen en andere vermaken. Een zekere mrs.
Elisabeth Vesey was oprichtster van een dergelijke ‘society' en in haar Londense huis was Benjamin Stillingfleet, een geleerd en verstrooid botanicus die zich uitermate nonchalant placht te kleden, een geregelde gast. Toen mrs. Vesey hem eens voor een bijeenkomst uitnodigde, verontschuldigde de geleerde zich met te zeggen dat hij voor de gelegenheid niet gekleed was, dat wil zeggen: hij droeg zijn daagse blauwe gebreide kousen en niet de zwarte zijden sokken die bij de officiële kledij hoorden. De gastvrouw zou hem daarop troostend geantwoord hebben: ‘Maar dat hindert toch niets! Komt u toch gerust met blauwe kousen!’ En zo werd Benjamin Stillingfleet de eerste blue stocking.Later ging de betiteling over op vrouwen (zie boven) die zich, met verwaarlozing van haar uiterlijk, op studie en wetenschap toelegden. In het Frans heeft het woord bas bleu en in het Duits Blaustrumpf uiteraard precies dezelfde betekenis.