vies, smerig persoon. Mogelijk ontleend aan het Amerikaans-Engelse slang: pig-fucker.
Seks met dieren is blijkbaar erg populair bij het schelden. Vgl. geitenneuker; hondenneuker; kamelenneuker; kanarieneuker; kippenneuker; mierenneuker; schapenneuker.
De combinatie vis en seks is zeldzamer, zie palingneuker. Overige samenstellingen met het suffix -neuker zijn: anusneuker; bijbelneuker; centenneuker; cijferneuker; droogneuker; kinderneuker; kommaneuker; kontneuker; moederneuker; olijfneuker; papierneuker.Een beproefde plank voor roer gebruikend, afwisselend hozend en roerend, ging het traag langs het eiland en door de kontreien van de baggerwerken. ‘Kan ’k er hier ergens door?’ vroeg ik aan een paar arbeiders. Ze wezen allemaal in verschillende richtingen en dreven de draak ermee. ‘Varkensneuker,’ riep er een. (Ben Borgart, De vuilnisroos, 1972)