Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Palingneuker

betekenis & definitie

pietluttig persoon. Variant op mierenneuker.

Vgl. geitenneuker kippenneuker.Na een paar dagen dronk ik er al twaalf op en zo trainde ik stiekem de hele week en dacht: wacht maar, palingneukers, ik zal jullie eens laten zien dat ik net zo kan zuipen en vloeken als jullie. (Haring Arie, Recht voor z’n raap, 1972)