Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

slang

betekenis & definitie

vals, verraderlijk iemand; onbetrouwbaar en geniepig persoon (meestal een vrouw). Slecht volk wordt ook wel slangengebroed genoemd.

Ha, ge wilt vlugten, slang, ge wilt vlugten, kwezel! (Eugeen Zetternam, Mijnheer Luchtervelde, 1848)

Guus Hiddink is een giftige slang. Dat schrijft volgens deze krant Lee Chon-soo, één van de Koreaanse WK-helden, in zijn boek over het wereldkampioenschap voetbal. (Leidsch Dagblad, 23/11/2002)