Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

showbink, showpik

betekenis & definitie

dikdoener; patser; iemand die op uiterlijk vertoon gesteld is en graag opvalt (door kleding of gedrag). Dit scheldwoord was vooral populair in hippiekringen in de jaren zestig.

Noemt gij mijn een aansteller, een sjoobink? (Jan Cremer, Ik Jan Cremer. Eerste Boek, 1964)

Hoe klein de wereld eigenlijk is, bleek weer eens toen ik (in de waan dat er een finnjol met gekken komt aanstevenen om de Castor te rammen) bemerk dat de zwaaiende showbink aan het roer een vroegere kennis is, Paultje de Tripper of zo. (Ben Borgart, De vuilnisroos, 1972)

< >