iemand die geen verstand heeft of zonder enig benul handelt; domoor. Het WNT vermeldt geen vindplaatsen.
Zie ook koning onbenul.Klets niet zo stom, onbenul! (M. Remacle, Ouwe Niek en Zwartbaard. In vlammende woede, 1974)
Nou, dan maar niet hoor, onbenul. (W.F. Hermans, Uit talloos veel miljoenen, 1981)