Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Nicht

betekenis & definitie

zowel scheldwoord als geuzennaam voor een homoseksueel. Zinspelend op het vrouwelijk karakter? Iemand kan ook een nicht als een huis (of: een kathedraal; een paard) zijn: op en top een homo.

Albert Mol (‘Zo’ zijn, 1984) meent dat valse nicht in de plaats is gekomen van oudere begrippen zoals valse zuster en valse vrucht. De laatste term zou volgens hem zijn oorsprong vinden in het feit dat wanneer men erachter kwam dat een jongen of meisje anders was dan de anderen de reactie van de moeder was dat ze het er moeilijk mee zou hebben maar dat de betrokkene altijd haar kind zou blijven. Het woord is echter veel ouder dan we geneigd zijn te denken. Sodomieten gebruikten aan het begin van de achttiende eeuw mg? reeds als codewoord. Tijdens de processen van 1730-1731 raakte het Hof van Friesland geïntrigeerd door het gebruik in homoseksuele kringen van namen zoals nigt; slappe Lijsbet; nigt Petronella; Johanna nigt enz. Volgens de Friese raadsheren ging het om personen die ‘met malcanderen de bekende vuijligheden kwamen bedrijven’. Een Bargoense uitdrukking is: hij komt uit Nigtevecht, wanneer men bedoelt dat iemand homoseksueel is.

Met nigten werden vroeger ook jonge vrouwen of meisjes van plezier aangeduid (zie WNT). In het Franse argot wordt de term tante voor een homo gebruikt.

En jammer genoeg krijgt een lelijke nicht Haast altijd een vrind met een lelijk gezicht. (Jasperina de Jong, Lelijk en mooi. Uit Lureleiprogramma ‘Relderelderel’, 1966)

Geen nichten in m’n harem. (Hans Plomp, Brigadier Snuf rookt stuff, 1972)

De smeerlap. De gore nicht. (Hannes Meinkema, Het wil nog maar niet zomeren, 1975)