Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Linkebal

betekenis & definitie

lepe jongen; profiteur. Oorspronkelijk in de wielersport: een renner die zo veel mogelijk zijn krachten spaart en weinig op kop komt.

Link is Bargoens voor ‘slim, leep’, hier gebruikt in samenstelling met -bal, zoals bijvoorbeeld corpsbal. Een wielrenner die profiteert van de inspanningen van een ander noemt men in het jargon ook wel een zweetdief.

Er bestaat ook een werkwoord linkeballen profiteren van de inspanningen van andere renners door zelf weinig of geen kopwerk te doen. Hierdoor kan men zijn krachten sparen.

De linkebal was ook de bijnaam van de renner Sergei Ivanov.Voor hen die geklopt zijn en voor de omstanders is de winnaar een ‘linkebal’ of een ‘plakker’ die zonder inspanning de overwinning naar zich toe heeft getrokken, ten koste van de werkers in de vluchtgroep. Of is dat tactiek? (Henk Zorn, Wielersport, 1982) Ik hoor een Kamerlid hier een minister voorlopig nog geen ‘fripouille’ (linkebal) noemen, (de Volkskrant, 02/08/1986)

In een wereld vol linkeballen moest Rooks iets te vaak constateren dat hij in de koers weer eens de sterkste was geweest, maar dat hij niet had gewonnen, (de Volkskrant, 18/04/1992)