Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zweetdief

betekenis & definitie

(wielertaal) renner die het zware werk door een ander laat doen; profiteur. Zie ook linkebal en wieltjeszuiger.

Nog altijd Barthélemy aan het laatste wiel. Hij spaart daar krachten, ik had er zelf op kunnen komen. Hij is bang voor de volgende klim, voor iedere duw in de wind die hij hier vermijdt zal hij straks een meter later gelost worden. Als dat zo doorgaat krijgt hij nog kansen ook, de zweetdief. (Tim Krabbé, De renner, 1978)

Ploegleider maakt ‘zweetdief’ van Van Petegem. (De Morgen, 16/07/1996)