linkebal
(1969) (inf., vnl. wielr.) lepe jongen; profiteur. In de wielersport: een renner die zoveel mogelijk zijn krachten spaart en weinig op kop komt. Term die vaak in de mond werd genomen door oud-wielrenner Maarten Ducrot. Link is Bargoens voor 'slim, leep', hier gebruikt in samenstelling met bal, zoals bijvoorbeeld corpsbal. Een wielrenner die profite...