Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

kuttenkop, kuttenkont

betekenis & definitie

dom, onbenullig persoon. Een scabreus kinderrijmpje uit eind vorige eeuw heeft volgende regels: ‘Kuttekop en lullebek/ deden samen vies/ Ik ben geil en jij bent gek/ stront dat is geen pies.’Als Bargoense term is kuttenkop al in het begin van de twintigste eeuw in gebruik.

Mogelijk een verbastering van een ander Bargoens woord: kattenkop (kattige vrouw). Dit scheldwoord raakte echter pas midden jaren zeventig, mede via de jeugdtaal, meer ingeburgerd.

Vgl. ook gelijkaardig Amerikaans slang cunthead en Frans argot tête de con.En desondanks ouwehoeren pastoor Van Suchtelen en dominee Kuttekop avond-inavond-uit op de televisie over de oneindige goedheid van God de Vader. (Paul A. Wilking, De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)

Wel ze noemen jou een kuttekop en ze noemen jou een lui. (Raymond van het Groenewoud, Trek het je niet aan, 1979)

Waar blijft die kuttekop nou. (Jan Wolkers, De perzik van onsterfelijkheid, 1980)