Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

gleuf

betekenis & definitie

(vulgair) vrouw. Oorspronkelijk in het Leids studentencorps (maar thans ruimer verbreid).

Het grootste deel van de scheldwoorden voor vrouwen refereert aan het vrouwelijk geslachtsdeel. Gleuf heeft hier dus de betekenis van ‘vagina’ en wordt overdrachtelijk gebruikt.

Vgl. verder nog: doos; kut; muts en trut. Zie ook hockeygleuf.

Meestal worden deze woorden in samenstellingen gebruikt. In de jeugdtaal van eind vorige eeuw werd een burgermansvrouw vaak denigrerend een bu-gleuf genoemd (zie Onze Taal, december).

Zie ook: kier Vooral zo’n ontgroeningskamp, waar de nieuwe leden ‘foeten’ heten en de meisjes zich laten aanspreken met ‘gleuven’, is nauwelijks te bevatten. (Trouw, 19/11/1988)De meeste vrouwen die ik ken, lopen de hele dag over hun kerel te klagen. God, wat kunnen gleuven zeuren. (Heleen van Royen, De gelukkige huisvrouw, 2000)

Wij noemden meisjes vroeger gleuven. Zeggen jullie dat nog steeds? (Onno te Rijdt, Mores, 2001)