Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie I
- invrijheidstelling
- invullen
- invulling
- inwaarts
- inwendig
- inwerken
- inwerkingtreding
- inwijden
- inwijkeling
- inwijken
- inwilligen
- inwinnen
- inwisselen
- inwonen
- inwoner
- inworp
- inwrijven
- inz.
- inzage
- inzake
- inzakken
- inzamelen
- inzamelingsactie
- inzegenen
- inzenden
- inzepen
- inzet
- inzetbaar
- inzetten
- inzicht
- inzichtelijk
- inzien
- inzinken
- inzinking
- inzitten
- inzittende
- inzonderheid
- inzoomen
- inzouten
- IOAW
- IOAZ
- IOC
- ion
- ionisatie
- IP
- IP-adres
- IPA
- ippon
- IQ
- IR-trein
- ir.
- IRA
- IRC
- iridium
- iris
- iriscopie
- Irish coffee
- irisscan
- ironie
- ironisch
- irrationeel
- irreëel
- irregulier
- irrelevant
- irrigatie
- irrigator
- irrigeren
- irritant
- irritatie
- irriteren
- IRT
- IS
- ISBN
- ischias
- ISDN
- ISIL
- ISIS
- islam
- islamiet
- islamisering
- islamisme
- islamistisch
- islamitisch
- ISO
- isobaar
- isoglosse
- isolatie
- isolatieband
- isolationisme
- isolator
- isoleercel
- isoleerkan
- isolement
- isoleren
- isomeren
- isomo
- isotherm
- isotoon
- isotoop
- isotroop
