Gepubliceerd op 21-06-2017

Schudden

betekenis & definitie

het wel kunnen -, iets wel kunnen vergeten, geen hoop meer moeten hebben.

Syn. schrijf dat maar op je buik. Meestal gezegd wanneer iets (tegen de verwachting in) niet doorgaat. Vgl. de gelijkaardige Surinaamse uitdr. het wel kunnen vegen. Een ietwat hippere variant (vooral gebruikelijk onder jongeren) is: het wel kunnen shaken. Beide uitdr. ontstonden in de loop van de jaren tachtig. Misschien gebaseerd op de gedachte dat men iets dat leeg is wel kan schudden, maar dat er toch niets uit kan komen. Mogelijk ook verwant met de zegswijze iets van zich afschudden.

Als je (in Nederland) dat doemdenken niet tot basis maakt van je hele doen en laten (...), dan kun je de zaak beter schudden. (Tv-uitzending Simplistisch Verbond, 02/05/80)

Hé, kale, zal je je hoofdgoed insmeren met zonnebrandolie. Anders kun je ’t vanavond wel schudden. (Maarten ’t Hart: De Jacobsladder, 1986)

We moeten godverdomme met iets heel nieuws komen, jongen, anders kunnen jij en ik het binnen een halfjaar mooi schudden. (Playboy, december 1986)

Als we nu niets doen, dan kunnen we het als vrouwen wel schudden met onze vraag om meer betaald werk. (Opzij, februari 1987)

Oh ja, vergeten we bijna te vermelden datje de bon op een briefkaart moet plakken (dus niet in een envelop stoppen, want dan kun je het meteen al schudden)... (Popfoto, maart 1988)

Maar de grote prijs van Rimini kon ’k wel schudden. (Theo van Gogh: Mijn favoriete graftak (en ander onheil), 1989)

Als Sergio Valla in z’n haat jegens Moreno immers alles aan de politie had opgedist en had verteld dat Moreno niet de enige was met flink wat dope in de achterzak, dan konden we hét wel schudden. Joost Zwagerman: Gimmick, 1989

In de Profronde bestaat de ongeschreven wet dat wie op de voorlaatste dag het oranje tricot draagt het wat de eindzege betreft wel kan schudden. (De Volkskrant, 18/08/90)

... en aan het eind van de middag had ik wel door dat ik dat baantje kon schudden... (Elsevier, 06/07/91)