Gepubliceerd op 21-06-2017

Gif

betekenis & definitie

1. Bargoens voor ‘slim, verstandig’: gif zijn.Al in Woordenschat.Volgens Van Dale(1992) kan gif ook ‘boos, giftig’ bet.

... zoo gif (slim) benne we toch wel... (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was, 1901)

2. - pissen,erg boos worden; zijn woede niet meer kunnen bedwingen. Het beeld is ontleend aan de gif spuwende slang.

Televisie is een leuk spelletje dat we met z’n allen spelen en waarbij de Volkskrantse criticus ongeestig gif pist... (Nieuwe Revu, 23/05/91)