Gepubliceerd op 21-06-2017

Boerenkool

betekenis & definitie

1. als eerste lid van een samenstelling staat boerenkool-voor iets dat op een plompe, dilettantische wijze wordt uitgevoerd. Het wordt meestal (pejoratief) gebruikt m.b.t. een bepaalde sport, bv. boerenkoolvoetbal‘wedstrijd waarbij weinig vakmanschap komt kijken’. Er wordt veel geschoten, weinig gepasst, weinig gestopt op een ongelijk veld. De term zelf werd ooit geïntroduceerd door voetbaltrainer Fritz Korbach.

Heel wat anders dus dan de winderige ‘boeren- kooltriathlon’ van Alsmere, voor Nederlandse begrippen het summum. (Elsevier, 18/08/90)

Boerekool-voetbal was het, niet meer en niet minder. (De Volkskrant, 20/04/91)

Bovendien ontwikkelen we steeds meer een eigen stijl. Geen boerenkoolrugby, maar goed, open rugby. (Vrij Nederland, 23/11/91)

2. - slijpen,slang voor ‘knoeien; op een dilettantische wijze met iets bezig zijn’. Deze uitdr. werd oorspr. gebruikt in de diamantslijperij. O.a. bij Endt en Frerichs