naar de -
stuk; naar de bliksem.
Ook wel naar de Asmodé; naar de Asmodai; marde ratsmodee; naar de hotsmodeegaan.Van Jiddisch nooch‘naar’ derAschmedaj‘duivel, koning der demonen’ (o.a. voorkomend in de talmoed en, als Asmodeüs, in het deuterocanonieke boek Tobit 3:8). Vaak als verwensing: loop naarde asmodee!
Maar op die manier gaat vaders verdienste toch weer naar de Asmodé. (Jan Mens: Mensen zonder geld, 1939)
Je glijdt makkelijker af op de baan naar de Asmodai. (Siegfried E. van Praag: Partijtje ruw geslepen, 1976)
Daar ging zo’n prachtig brokje schepping naar de hotsmodee! (Heeresma’s Francis Pax Omnibus, 1980)