Gepubliceerd op 21-06-2017

Anschluss/(a)ansloes hebben

betekenis & definitie

kennis, een relatie hebben met iemand (van het andere geslacht). Meestal gebruikt m.b.t. trouwlustige personen: ‘een huwelijkspartner gevonden hebben’, al is deze uitdr. ook niet ongebruikelijk in het prostitutiemilieu. Het Duitse woord Anschluss ‘aansluiting5 is min of meer gevleugeld geworden tijdens de oorlog 1939 - 1945.

Sinds de late 19de eeuw kent men in deze taal de uitdr. Anschluss ƒinden voor ‘een vriend of huwelijkspartner vinden’. Den Anschluss verpasst haben bet. ‘geen huwelijkspartner gevonden hebben’. Van Dak (1992) vermeldt bij anschluss ‘aansluiting tussen twee personen, menselijk contact.

... dat de prostitutie in wezen een soort openbaar nutsbedrijf is ten behoeve van de mannen, die óf minder makkelijk Anschluss krijgen, óf getrouwd zijn met een vrouwgeworden frigidaire. (De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)

Een hoogst enkele keer had ik wel ‘Anschluss’ met meisjes waarmee ik danste... (Hans Koekoek: Lief- zijn toegestaan, 1982)

Als ik niet snel ansloes heb, neem ik een vrij nachie! (Nou en... mijn leven op de walletjes.

Door Riek verteld aan Jan A.L.M. Naaijkens, 1986) Hij was negentien toen hij Anschluss kreeg met Alie, de dochter van een spoorman. (Haagse Post, 02/04/88)

< >