een pak slaag geven. Bij uitbreiding ook ‘vernederen, belachelijk maken’, en in de sporttaal ‘verslaan (met grote cijfers); een verpletterende nederlaag bezorgen’. Deze uitdr. werd ontleend aan de zeemanstaal, zoals o.a. blijkt uit het journaal van De Ruyter. Daarin staat o.m.: ‘Den volgende dag vielen de twee matrozen van haer schip van de ra en ieder 100 slagen voor de mast.’ Vroeger werd bij wijze van straf de delinquent in het ijskoude water gegooid, waarna hem honderd slagen werden toegediend. Dit laatste noemde men dan ironisch afdrogen.
Dat doen de jongens van de vlakte niet licht en mochten ze ’t al eens een keer doen om bij de prinsemarij in het gevlei te komen, dan worden ze later ongezouten door hun kameraden afgedroogd. (Het Leven, 12/01/29)
Rudy Kousbroek, ‘onze pornokenner bij uitstek’, werd als Rudy Panty afgedroogd. (Opzij, februari 1987)
Ja, nee, we maken de mensen eerst altijd duidelijk waarom we ze afdrogen. Je kunt maar niet zomaar even iemand afdrogen, dat doe je nietje gaat niet voor de gein even iemand z’n bek in elkaar trappen. (Aktueel, 18/04/91)
Ajax liet zich door degradatiekandidaat SVV met 1- o afdrogen en PSV ging in het kolkende Groningse Oosterpark voor schut. (Het Parool, 15/06/91)