(Got. Guth) van den Idg. wt. ghu = aanroepen, (zie Verguizen), zoodat God oorspr. bet.: het aangeroepen Wezen. Anderen denken aan ’t Skr. hu = offeren; Skr. huta = aan wien geofferd wordt. — In Godsvrucht is ’t tweede lid: vrees, ontzag, dat nog in ’t Mnl. voorkomt: „Ic vrucht si riden in hare doot” (zij rijden hun dood tegemoet). „Een goet rudder, Gode vruchtende." (Vgl. ’t Hgd. Furcht = vrees.) Bilderdijk en Da Costa spreken ook van godsvrees.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk