(voorvoegsel: aartsengel, enz.) komt van ’t Gr. archi (van archein = de eerste, de voornaamste zijn); het Lat. nam dit als arci (spr. artsi) over en vandaar ons aarts. Het diende vooral tot vorming van kerkelijke woorden: aartspriester, aartsdiaken, aartsbisschop, aartsengel, aartsvader, enz. Later kreeg het vóór wereldsche namen de bet. van eerste, groote in ongunstigen zin: aartsdomoor, aartsluiaard, enz. (Vermoedelijk werd meer spottenderwijze dit „deftige” voorvoegsel bij zulke ongunstige begrippen geplaatst.)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk