Waar komt de uitdrukking botje bij botje leggen vandaan?
a Uit de visserij. In de tijd dat er nog veel aan ruilhandel werd gedaan, was de bot een veelvoorkomende vissoort in de Noordzee. Vissen waren een geliefd betaalmiddel. Om de betaling zo precies mogelijk te laten verlopen, werden eerst de grote vissen en later de kleine botjes bij elkaar gelegd tot het juiste ‘bedrag’ was bereikt.
b Uit de napoleontische tijd. Na een veldslag lagen er vaak lichaamsdelen van gesneuvelden her en der over het slagveld verspreid. Om de gevallenen later toch nog enigszins waardig te kunnen begraven, probeerde men zo veel mogelijk delen van de lichamen bij elkaar te krijgen. Dit werd botje bij botje leggen genoemd en deze uitdrukking raakte zo in zwang dat ze, zij het tamelijk spottend, ook op financieel gebied in gebruik raakte.
c Uit de Middeleeuwen. Botdrager of botje was een spotbenaming voor een zilveren muntje waarop een leeuw stond afgebeeld met een helm op zijn kop. Deze helm vertoonde grote gelijkenis met een bot, een mand van het type dat men destijds op de rug droeg. Het botje was tot het eind van de zestiende eeuw een gangbaar betaalmiddel, en in tijden van krapte moest men botje bij botje leggen om een rekening te vereffenen.