Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Gepubliceerd op 06-04-2017

Woestijn

betekenis & definitie

Droog tot zeer droog gebied dat vrijwel of geheel onbegroeid is. Ongeveer een derde van het landoppervlak van de aarde bestaat uit woestijn.

Hier valt jaarlijks gemiddeld minder dan 250 mm regen in korte, vaak zeer hevige stortbuien. De bodem is dan niet in staat de grote hoeveelheid neerslag op te nemen, zodat het water met hoge snelheid wegstroomt naar lager gelegen streken. Op grond van de temperatuur onderscheidt men hete (bijv. Sahara) en koude woestijnen (bijv. Gobi). Koude woestijnen komen vooral voor in de centra van de continenten, in de regenschaduw van gebergten en langs de randen van grote ijskappen. Hete woestijnen zijn vooral te vinden in de subtropen, m.n. in de gordels rondom de 30ste breedtegraad. Naar de aard van de grond maakt men een indeling in zandwoestijnen, rotswoestijnen, steenwoestijnen en grindwoestijnen. Een belangrijk kenmerk van de woestijn is het grote temperatuurverschil tussen dag en nacht. Mechanische verwering is het gevolg, gevolgd door erosie, waardoor het reliëf van vast gesteente in de woestijn steeds verder afneemt. Daar staat tegenover dat de wind, bij gebrek aan vegetatie, vrij spel heeft en nieuw reliëf kan veroorzaken, vooral in de vorm van zandduinen. De wind heeft, doordat hij zanddeeltjes kan opnemen, vlak boven de grond een sterk schurende werking (zandstraaleffect). De stofstormen in de woestijn zijn berucht; vooral omdat het fijne stof overal doorheen dringt en de ademhaling onmogelijk kan maken. Bij een gunstige stroming in de hogere luchtlagen kan dat stof soms over enkele duizenden kilometers worden getransporteerd. In onze omgeving kennen we de zgn. rode regen, een mengsel van woestijnstof en regen. Na de regen blijft het woestijnstof duidelijk zichtbaar op o.a. auto's achter.

Zie ook: B-klimaat
Zie ook: gharbi
Zie ook: woestijnsteppe