Jurisprudence Begrippenlijst

Paul Cliteur (2018)

Gepubliceerd op 15-02-2017

Salomo

betekenis & definitie

Salomo was een legendarische koning van het volk van Israël. Volgens de Bijbel (1 Koningen 11:1) beminde hij vele buitenlandse vrouwen. Hij beminde vrouwen uit Moab, Ammon, Edom en Sidon. De god van Israël had echter gezegd dat Israëlieten zich niet met vrouwen van vreemde volkeren mochten inlaten. Het probleem was: Salomo voelde zich juist tot die vrouwen aangetrokken.

Volgens de Bijbel had hij zevenhonderd hoofd vrouwen en driehonderd bijvrouwen. Deze maakten hem, zegt de Bijbel, ‘ontrouw’. Dat betekent in de context van het bijbelse wereldbeeld: Salomo ging ertoe over om andere goden te aanbidden dan de god van Israël. Een van de dingen die de god van Israël in het bijzonder stoorde was dat Salomo in de buurt van Jeruzalem een offerplaats liet maken voor een Moabitische god (Kemos) en een Ammonitische god (Moloch). De god van Israël verklaarde aan Salomo dat hij zich niet hield aan de bepalingen die hem door God waren opgelegd (1 Koningen 11:11). Daarom besloot God om het koningschap van Salomo ‘los te scheuren’.

Het verhaal van Salomo is om verschillende redenen van belang in het kader van een atheïstisch secularistische wereldbeeld. (i) Het illustreert dat niet alleen gewone stervelingen maar ook koningen onder de wet van God gesteld zijn. (ii) Het illustreert dat de god van Israël zijn bevelen uiterst serieus neemt en diegenen straft die deze bevelen overtreden. (iii) Het verhaal maakt ook duidelijk dat in het bijbelse wereldbeeld geen plaats is voor wat wij tegenwoordig ‘godsdienstvrijheid’ zouden noemen: de vrijheid een godsdienst aan te nemen, maar ook om een godsdienst te wijzigen of te verwerpen. (iv) Het laat ons verder zien dat in het bijbelse wereldbeeld de vrouw vaak wordt gezien als een seksuele verleidster maar ook als een wezen dat tot religieuze ontrouw aanzet.