Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Zeeroof

betekenis & definitie

Zeeroof - Als hieraan schuldig worden gestraft hij, die als schipper dienst neemt of dienst doet op een vaartuig, wetende dat het bestemd is of het gebruikende om in open zee daden van geweld te plegen tegen andere vaartuigen of tegen zich daarop bevindende personen of goederen, zonder door een oorlogvoerende mogendheid daartoe te zijn gemachtigd (zie KAAPVAART) of tot de oorlogsmarine eener erkende mogendheid te behooren en hij, die, bekend met deze bestemming of dit gebruik, als schepeling dienst neemt op zoodanig vaartuig of vrijwillig in dienst blijft na daarmede bekend te zijn geworden (art. 381 Sr.). Wordt een vaartuig voor zeeroof bestemd of gebruikt, zoo kunnen officieren en schepelingen weigeren den dienst gestand te doen (art. 440 K.). Art. 383 Sr. bedreigt straf tegen het voor eigen of vreemde rekening uitrusten van een vaartuig voor den zeeroof, art. 384 tegen het voor eigen of vreemde rekening middellijk of onmiddellijk medewerken tot het verhuren, vervrachten of verzekeren van een daartoe bestemd vaartuig, art. 385 tegen het opzettelijk in de macht van zeeroovers brengen van een Nederl. vaartuig. — Zeeroof en het misdrijf van art. 385 Sr. zijn ook buitenlands strafbaar volgens de Nederl. strafwet, onverschillig of de dader Nederl. of vreemdeling is (art. 4, 4° Sr.).— Van alle de genoemde misdrijven neemt de Hooge Raad in eerste en laatste ressort kennis (art. 93 R.O.). De procedure is geregeld bij artt. 294—300 Sv.

< >