Wegenbouw of wegbouwkunde - Een tak van de technische wetenschap, die in de laatste jaren bij de toenemende verkeersontwikkeling op onze gewone wegen weer sterk aan belangstelling gewonnen heeft. De w. omvat alles, wat betreft den aanleg en het onderhoud van de gewone wegen, maar inzonderheid hun constructie. Voor den bouw van een weg heeft men eerst het tracee te ontwerpen en daarna zijn hoogte, breedte en als belangrijkste onderdeel zijn verharding. Hier te lande zijn verreweg de meeste wegverhardingen van klinkers of van grind.
In het Zuiden ligt nog een belangrijk aantal keiwegen. Pas in de laatste jaren is in de constructie der wegverharding wat meer verscheidenheid gekomen. Men vindt thans hier te lande ook veel steenslagwegen en het kleinplaveisel, dat is een bestrating van onregelmatige keitjes, die in boogvormig verband nauwsluitend naast elkaar worden gezet. Voorts kwamen in de laatste jaren de bitumineuze wegconstructies hier in toepassing: geteerde steenslagwegen, teersteenslagwegen en gewalste asphaltwegen en betonwegen.
Bij de groote beteekenis, die de weg door het motorverkeer verkregen heeft, is ook de w. een belangrijke techniek geworden, waarbij de verwerking van groote kapitalen voorkomt.