Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Visscher (roemer)

betekenis & definitie

Visscher (roemer) - Nederl. letterkundige, geb. te Amsterdam in 1547, gest. in 1614 aldaar. Hij hoorde tot den kring van Spieghel en Coornhert en was als zij een der renaissance-dichters, die den overgang vormen van den rederijkerstijd tot de 17de eeuw. Hoewel Katholiek gebleven, was zijn levensbeschouwing Stoïcynsch. Verre ervan de gemaniëreerdheid van Ronsard c. s. na te volgen, was hij een echte Hollander, vrij van alle preutschheid.

Verdienstelijk is hij tevens als taal-zuiveraar. Hij vertaalde ook uit het Latijn van Catullus, vooral van Martialis, waarom van der Does hem den „tweeden Martiael” noemde. Zijn gedichtjes zijn in 1614 uitgegeven als Brabbelingh. Een bijdrage tot de emblemata-litteratuur vormen Sinnepoppen, waarvoor hij de prozabijschriften leverde. Zijn huis op de Gelderschekade was een middelpunt van „schilders, kunstenaars, van zangers en poëten”, in welken kring zijn dochters Tesselschade en Anna een voorname rol speelden door haar fijne renaissancistische beschaving.

< >