Treef - in Suriname een woord, waarmede men, ingevolge het zeer verbreide volksgeloof, elk voedingsmiddel aanduidt waarvan het voortgezet gebruik lepreuze huid-veranderingen zou doen ontstaan. Het geloof aan t. is uit Afrika gekomen (neger-Eng. trefoe), maar de naam is ontstaan uit het Hebreeuwsche tereefa, verboden spijs (Amsterd. Joodsch treife).
Vleesch, visch, vruchten, groenten, kunnen t. zijn. Hoogst waarschijnlijk is de t. een overblijfsel van totemisme, vertroebeld door elementen, die erbij kwamen in het nieuwe vaderland der Afrikaansche negers. (Zeer uitvoerig in Encycl. van W.-Indië).