Sybel (Heinrich von), Duitsch historicus, geb. 1817 te Dusseldorf, leerling van Leopold van Ranke, werd in 1840 privaat-docent te Bonn. ’t Voetspoor volgend van zijn leermeester, schreef hij Geschichte des ersten Kreuzzuges (1841) en Entstehung des deutschen Königtums (1844). Na in 1844 professor geworden te zijn en de Universiteit in Bonn in 1845 verwisseld te hebben met die van Marburg, vormde hij onder den indruk van de gebeurtenissen van 1848 zijn denkbeelden omtrent de taak van den Staat. Daar hij dezen bedreigd zag door het handelen van de lagere volksklasse, meende hij, dat de staat tot taak had, de ontwikkelde standen te beschermen tegen de lagere klasse. Met ’t oog op de toestanden in Duitschland meende hij, dat een staat, die op nationaal gebied een eenheid vormt, deze taak naar behooren zal kunnen vervullen.
Volgens hem is het dan ook Pruisen en niet Oostenrijk, dat deze rol in den Duitschen Bond zal kunnen spelen. Deze denkbeelden heeft hij nader ontwikkeld in zijn Geschichte der Revolutionszeit (in de jaren 1853—58 tot 1795, daarna in de jaren 1872—79 tot 1800 vervolgd), ’t Werk is gebaseerd op archiefstudie en onderscheidde zich van de tot dusver geschreven werken over de revolutie hierdoor, dat ’t voor ’t eerst de sociale gevolgen van de revolutie worden bestudeerd. Daarnaast was v. S. er op uit om in zijn werk aan te toonen, dat slechts een liberaal staatsbestuur, dat krachtig is, heilzaam genoemd kan worden voor een staat. Een andere verdienste van het werk is, dat v. S. voor ’t eerst ook de gesch. der Fransche revolutie methodisch rangschikt in de gesch. van de Eur. politiek. De denkbeelden van v. S. op historiogr. gebied komen ook uit in zijn geschriften Ueber die neuere Darstellungen der deutschen Kaiserzeit (1859), waarin hij, die ondertusschen prof. was geworden te München (1866), zich keert tegen de meeningen van Giesebrecht. Het gevolg hiervan was een polemiek met Ficker over de nationale en politieke beteekenis van het Duitsche keizerrijk in de Middeleeuwen (Die deutsche Nation und das Kaiserreich (1862)).
In 1861 prof. geworden te Bonn, werd hij in 1875 benoemd tot director der Pruisische Staatsarchieven en schreef in de jaren 1889—94 Begründung des deutschen Reiches durch Wilhelm I. Hij stierf in 1895 te Marburg. Behalve door zijn werken heeft v. S. naam gemaakt door de uitgave van het Historische Zeitschrift (1869) en de medewerking aan de Publicationen aus den preussischen Staatsarchieven, Deutsche Reichstagakten, enz. Litt.: Biografieën van v. S. gaven: Meinecke in Hist. Zeitsch. (1895); Wolff, in Neue Jahrb. f. das Klass. Alt (1902) en Varrentrapp in „Vortrage und Abh. von Heinrich von Sybel (1897)”.