Stereoscoop - een toestel, waarbij door samenwerking van twee verschillende beelden van een voorwerp, zooals ze door de beide oogen worden gezien, de indruk van dieptevorming wordt verkregen. Terwijl de opmerking, dat de gewaarwording van de derde afmeting voorkomt uit het verschil tusschen de door beide oogen waargenomen beelden afkomstig is van Leonardo da Vinci, was Elliot de eerste, die naar die beginselen een stereoscoop zonder lenzen bouwde, terwijl Wheatston in 1838 de eerste spiegelstereoscoop maakte. De mogelijkheid, de voor den stereoscoop benoodigde beelden langs photographischen weg te vervaardigen, heeft veel bijgedragen tot de veelvuldige toepassing ervan.
Terwijl eigenlijk voor dit doel opnamen moeten worden gemaakt met de twee lenzen, welke op gemiddelden oogafstand, d. i. 6 a 7 c.M., van elkaar zich bevinden en dus de breedte van deze beelden dit bedrag niet zonder meer kan overschrijden, is men zoowel om de beeldgrootte uit te breiden, als tot verhooging van het stereoscopisch effect er toe gekomen, den lensafstand grooter te nemen. Voor wetenschappelijke doeleinden wordt van de stereoscopie gebruik gemaakt op verschillende wijzen, o. a. tot het bepalen van den afstand van verschillende voorwerpen, waarbij men ter verkrijging van een voldoende diepte-effect de twee opnamen ook op veel grooteren afstand dan dien der beide oogen kan nemen. De sterkste afwijkingen in dit opzicht vormen de opnamen van hemellichamen van uit de aarde in verschillende punten van haar baan, welke opnamen in een stereoscoop op de gebruikelijke wijze bezien, de planeten vrij in de ruimte zwevend vertoonen op verschillende afstanden, terwijl de vaste sterren geheel in de verte geen diepteonderscheid laten zien.