Sir A. conan doyle

betekenis & definitie

Sir A. conan doyle - Eng. schrijver, geb. te Edinburgh 1859, werd gedeeltelijk in Duitschland opgevoed, studeerde van 1876—80 in zijn geboorteplaats in de medicijnen, beoefende van 1882—90 de geneeskundige praktijk, en wijdde zich vervolgens geheel aan de letteren; zijn debuut was een artikel in „Chambers Journal”, in 1879; zijn eerste novellen waren The Captain of the Poleslar (1887), A Study in Scarlet (1888), The myslery of Cloomber (1888), Micah Clarke (1889) en The White Company (1891); vooral zijn detectiveromans: The Adventures of Sherlock Holmes en The Memoirs of Sherlock Holmes (eerst in het „Strand Magazine”, in boekvorm uitgegeven 1892 en 1893) deden hem een grooten kring van lezers vinden, ook buiten Engeland; latere novellen van D. zijn: The Refugees, The Red Lamp, The Stark-Munro Letters (1875), Rodney Stone (1896), The Hound of the Baskervilles, 'The great Boer war (1900), The Cause and Conduct of the War, waarin het optreden van Engeland verdedigd werd. Vele zijner werken zijn gedramatiseerd.