Rotting - noemt men de ontleding van eiwitten, dus van stikstof-houdende verbindingen, onder invloed van microörganismen. Hierdoor ontstaan eenvoudige verbindingen, zooals ammoniak, zwavelwaterstof, koolzuur, en komen er ook elementen, zooals stikstof, vrij. Als proces is het dus te vergelijken met de gisting, waarbij echter stikstof-vrije verbindingen, zooals suiker, zetmeel en cellulose worden ontleed.
Van het rottingsproces is nog niet zooveel bekend als van de gisting. Het onderzoek wordt bemoeilijkt doordat er meestal bij natuurlijke rotting verschillende soorten van microörganismen tegelijk of achtereenvolgens in het spel zijn, en doordat het bij proeven moeilijk is uit te gaan van eiwitten in zuiveren toestand — een gevolg alsmede van den samengestelden bouw der eiwitmoleculen. Als voorbeelden van rotting noemen wij de darmrotting, waardoor de inhoud van den darm in faecaliën wordt omgezet, en de rotting van urine, waardoor deze geschikt wordt voor bemesting.