Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Revolutie

betekenis & definitie

Revolutie - beteekent in ruimeren zin een plotseling zich voordoende verandering in den pol. en maatsch. toestand als gevolg van bepaalde gebeurtenissen. Zoo bracht de ontdekking van de zilver- en goudmijnen in Midden-Amerika in ’t begin der 16de eeuw een totalen ommekeer in den econom. toestand van Europa, waaruit in verbinding met de nieuwe op godsdienstig gebied verkondigde denkbeelden, allerlei veranderingen op pol. en maatsch. terrein zich gaandeweg ontwikkelden en nog ontwikkelen. Hier bracht R. derhalve evolutie. In engeren zin verstaat men onder R. de beweging, waarbij de wettige weg wordt verlaten en die ten doel heeft veranderingen te brengen in de Staatsregeling (politieke R.) of in den maatsch. toestand (sociale R.). a. Politieke R. Tot de politieke R. moeten gerekend worden : 1ste de R. in Engeland.

De strijd tusschen parl. en koning in de jaren 1641 tot 1649 wordt in Engeland niet beschouwd als een R. ; wel daarentegen de strijd tegen Jacobus II in 1688 (The glorious Revolution), waarbij het parl. besloot tot afzetting van den koning, doordat hij ’t contract, dat als ’t ware bestond tusschen koning en volk, had verbroken (Jan. 1689). Hierop koos ’t parl. Willem III en Maria tot koning en koningin van Engeland. Deze R. vestigde de suprematie van ’t parl. (zie GROOT-BRITTANNIË, Gesch.). — 2de de R. in Frankrijk. Hiertoe behoort in de eerste plaats de z.g.n. Fransche R. van 1789. De oorzaak van deze R. moet niet gezocht worden in een slechten toestand op econ. gebied, maar in de ontevredenheid van ’t Fransche volk over de slechte reg. van Frankrijk, welks treurige finan. toestand een krachtige pol. naar buiten onmogelijk maakt. Men kan deze R. rekenen te beginnen, toen den 17en Juni 1789 de leden van den 3den stand verklaarden te zijn de vertegenwoordiging van ’t Fransche volk en zij daarop den 22sten Juni verklaarden niet eerder uiteen te zullen gaan, voordat Frankrijk een constitutie zou hebben gekregen. Hierbij verliet de 3de st. den wettigen weg en nam de leiding van de reg. in handen.

Geleidelijk heeft deze beweging zich verder ontwikkeld en naar voren gebracht het beginsel van volkssouvereiniteit en weten te bewerken de gelijkheid van alle burgers voor de wet. De periode, waarin deze beginselen door de oorlogen, welke Frankrijk voerde over een groot deel van Europa, werden verbreid, noemt men het tijdperk van de Fr. Rev. dat men rekent te eindigen met de verbanning van Napoleon naar St. Helena (1815). In de Eng. litt. laat men deze perioden eindigen met ’t jaar 1799, wanneer Napoleon een eind maakt aan ’t bewind van het Directoire en daarvoor zijn eigen macht in de plaats stelt. Litt.: de litt. van de Fr. R. is zeer groot. Bibliografische overzichten geven: Tuetey, Répertoire des sources manuscrites de l’hist. de Paris pendant la Rév. (1890); vgl.

Tourneux, Les sources de l’hist. de la Rév. fr. (1898 en vlg.); Tourneux, Bibl. de l’hist. de Paris pendant le Rév. (1890 vlg.); Deschiens, Coll. de Matiriaux pour l’hist. de la Rév. (1829) ; Cambridge, Mod. Hist. VIII. ; van de schrijvers voor de Fr. Rev. in ’t algemeen zijn te noemen : Aulard, Hist. pol. de la Rév. Fr. (1901) ; Lavisse-Rambaud, Hist. Générales VIII (1896) ; Michelet, Hist. de la Rév. fr. Mignet; Hist. de la Rév. fr. ; Rose, The Rev. and Napoleontic Aera (1901) ; Sorel, l’Europe de la Rév. fr. (1885—1905); v. Sybel, Gesch. der Revolutionszeit (1853—1879); Jean Jaurès e. a. Hist. Socialiste (Constituante, Législative, Convention, Directoire).

Tijdschr. La Rev. française (sedert 1881). Een behandeling van de perioden 1789—1815 geven o. a. Cambridge, Modern History VIII en IX (1907) en Wahl, Gesch. des Europ. Staatensystems im Zeitalter der franz. Revol. der Freiheitskriege (1798—1815) (1912). In de tweede plaats moet genoemd worden de Juli-rev. in Frankrijk van 27—30 Juli 1830. Deze was een gevolg van de uitvaardiging der z.g.n. Juli-ordonnanties door min. Polignac, waarbij de vrijheid van drukpers werd opgeheven, de nog niet bijeengekomen Kamer werd ontbonden en een wijziging werd gebracht in de Kieswet (26 Juli 1830).

De stemming van ’t volk werd nog meer geprikkeld, toen de reg. van Karel X het bevel over de troepen in Parijs in handen stelde van Marmont. Den 28sten Juli brak de opstand in Parijs uit. De reg. troepen waren niet opgewassen tegen ’t volk, dat gesteund werd door de nat. garde, zoodat de rev. den 30sten Juli meester waren van Parijs. Een voorl. Bew., onder presidium van La Fayette, benoemde Prins Louis Philippe van Orléans tot lieutenant-général du royaume. In den nacht van den 30sten op den 31sten Juli nam de koning, die den ernst van den toestand niet had willen inzien, de vlucht van St. Cloud naar Rambouillet, waar hij den 3den Aug. afstand deed van den troon. Den 17den Aug. verliet hij Frankrijk.

Deze R. bracht in Frankrijk de gegoede burgerklasse aan ’t bewind. Koning werd Louis Philippe (voor litt. zie REST.). In de derde plaats de z.g.n. Februari-R. in Frankrijk. Deze beweging begon 22 Febr. 1848 te Parijs. (Zie REFORM BANKET). Nadat er reeds den 22sten Febr. hier en daar in Parijs botsingen plaats hadden gevonden tusschen troepen en arbeiders, kwam het oproer den 23sten Febr. tot uitbarsting met de nat. garde ter zijde van ’t volk. In den middag van den 23sten Febr. geeft koning Louis Philippe aan ’t min. Guizot ontslag, waarop de rust in Parijs hersteld is, totdat een schot, gelost voor ’t min. van buitenl. Zaken, op den Boulevard des Capucines, opnieuw den strijd doet ontbranden. Wanneer het den koning blijkt, dat hij niet meer kan rekenen op den steun van ’t leger, doet hij afstand van de reg. en vertrekt naar St.

Cloud, en van daar naar Engeland. ’t Voorloopig Bewind, onder leiding van Lamartine en Ledru Rollin, proclameert de rep. (25 Febr. 1848). (FRANKRIJK, Gesch.). In de vierde plaats de Rev. van 1870, een gevolg van de nederlaag en capitulatie van Napoleon III bij Sedan. Den 4den Sept, constitueerde zich te Parijs een voorl. Bewind onder leiding van Gambetta en Trochu. Een nat. Verg. zou bijeenkomen, om een nieuwe constitutie te maken (zie verder COMMUNE en FRANKRIJK, Gesch.) -3. Rev. in Spanje. De Rev. bew. in Spanje dragen een ander karakter dan de Rev. bew. in andere landen. De beweging gaat hier uit van ’t leger, dat in verzet komt tegen de reg. en een verandering van regeeringsvorm afdwingt (z.g.n. pronunciamiento).

Zoo moet beschouwd worden de rev. van 1820, wanneer de officier Riego te Cadiz met zijn legerafd. in verzet komt en zich verklaart voor de invoering van de const. van 1812. Zijn voorbeeld wordt gevolgd door de troepen in Coruna en Ferrol. Wanneer ook in de andere deelen van Spanje de troepen de zijde kiezen van Riego, besluit de koning aan de wenschen van ’t leger te voldoen. De constitutie van 1812 werd afgekondigd (9 Maart 1820) (zie SPANJE, Gesch.). Een rev. beweging, uitgaande van ’t volk, was de z.g.n. Rev. te Granja, welke te Granja op touw was gezet door de radicale elementen (exaltados), die met hulp van ’t leger Maria Christina dwongen tot afkondiging van de constitutie van 1812 (12 Aug. 1836). Het gevolg van deze beweging is de tot stand koming van de grondwet van 1837 (zie SPANJE). Een zuiver pronunciamiento was de Rev. van 1868, welke een gevolg was van het wanbeheer van koningin Isabella. Zij ontstond bij ’t garnizoen van Cadiz onder leiding van gen. Prim (18 Sept. 1868).

Na een poging gedaan te hebben om haar gezag te behouden, moest zij 30 Sept. de vlucht nemen naar Frankrijk (zie onder SPANJE, Gesch.). — 4. Rev. in Portugal. Van de talrijke rev. bew. in dit land, is de voornaamste die van 3—4 Oct. 1910, welke op touw is gezet door republikeinen en ’t gevolg was van ’t wanbeheer der beide laatste koningen. Nadat enkele oorlogsschepen een bombardement hadden geopend op ’t koninklijk slot, nam ’t hof de vlucht. — 5. Maartrev. van 1848. De z.g.n. Maartrev., welke plaats vond in Oostenrijk-Hongarije en Duitschland, kan beschouwd worden als een gevolg van de Febr.rev. in Frankrijk. In OostenrijkHongarije brak de rev. uit den 12den Maart in Weenen (zie OOST.-HONGARIJE, Gesch.). In Duitschland viel de Maartrev. voor in de meeste staten vooral in Pruisen (zie ald., Gesch.). In Beieren hing de rev. bew. samen met de ontevredenheid der bevolking over de levenswijze en ’t bestuur van koning Lodewijk. Deze deed afstand van de reg. In verschillende andere Duitsche staten werden evenals in Pruisen en Beieren constituties gegeven of herzien. Litt.: vgl. hiervoor behalve Dahlmann-Waitz, Quellenkunde (uitg. 1906) ; Loewe, Bücherkunde der Deutschen Zeit (1905) ; ook Herbst, Enz. der neueren Gesch. (1880—90) ; Cambridge, Modern Hist.

XI. Voor alg. overzicht der gebeurtenissen zie o. a.: H. Friedjung, Oesterreich von 1848—1866 (vol. 1, 1908); Kaufmann, Pol. Gesch. Deutschlands im 19ten Jahrh. (1900); v. Treitschke, Deutsche Gesch. im 19ten Jahrh. (1894); Klüpfel, Geschichte der deutschen Einheitsbestrebungen bis zu ihrer Erfüllen I (1872). — 6. De Revol. van 1918, zie WERELDOORLOG. — 7. Rev. van Zuid- en Midden-Amerika. Hier hebben tal van rev. bew. in de 19de en 20ste eeuw plaats gevonden. Van die van Z.-Amerika is van beteekenis, die welke plaats vond in Brazilië, 15 Nov. 1889, een gevolg van de opvolging bij overlijden des keizers en de wijze waarop de wet tot afschaffing der slavernij werd uitgevoerd. Een opstand van ’t leger onder Deodoro da Fonseca noodzaakte keizer Pedro tot afdanking, waarop de rep. werd uitgeroepen. — b. Soc. revoluties. Afgezien van enkele pogingen om tijdens een rev. bew. ook veranderingen te brengen in den maatsch. toestand, zooals in 1793 en 1797 tijdens de Fransche rev.; in Juni 1848; tijdens de z.g.n. Febr.rev. van 1871; tijdens de Commune, is een werkelijk soc. rev. te noemen de rev. van Rusland, welke begon in 1917 en ten slotte geleid heeft tot invoering van maatsch. toestanden op communistischen grondslag. (Zie WERELDOORLOG; SOWJET REPUBLIEK).