Pyrophore-alliages - noemt de handel in het bijzonder die metaalmengsels, welke in zoo sterken mate pyrophoor (d. w. z. in fijn verdeelden toestand zelf-ontvlammend) zijn, dat zij, gewreven op een hard stalen vijltje, voor praktische ontstekingsdoeleinden bruikbaar zijn. Het zijn in hoofdzaak alliages van cerium, welker eigenschappen het eerst grondig bestudeerd zijn door Auer von Welsbach in 1903. Het werkelijke technische en commercieele succes werd eerst omstreeks 1910 bereikt, toen hem bleek, dat alliages van cerium, met vooral ijzer en nikkel, de gewenschte eigenschappen niet alleen in bijzonder sterke mate vertoonden, doch deze ook behielden, in tegenstelling met oudere producten, welke een speciale kunstbewerking (oxydatie) moesten ondergaan om de in den loop van jaren verloren pyrophore kracht weder te herwinnen. Een veel gebruikt alliage is dat met 30-35% ijzer en 70-65% cerium, algemeen bekend als Auer-metaal.
Voor de bereiding gaat men uit van onzuiver, doch geheel watervrij ceriumchloride, dat men in vacuo, gemengd met gesmolten calciumchloride en ijzerchloride, aan een electrolyse onderwerpt. Het metaal scheidt zich dan aan de kathode af. Het wordt in vacuo gekoeld en in smalle reepen gezaagd en vormt dan de bekende vuursteentjes voor automatische gas- en sigarenaanstekers. Daarnaast is er ook voor militaire doeleinden gebruik van gemaakt, o. m. voor het volgen van granaatbanen door de lucht. Behalve het Auer-metaal heeft de industrie der pyrophore-alliages nog vele andere producten voortgebracht, waarvan het bekendste het „Kunheim-metaal” is, feitelijk geen metaal, doch een hydride (waterstofverbinding) van een mengsel van zeldzame metalen der ceriumgroep, bereid door het misch-metaal (d. i. een mengsel der cerium-metalen, verkregen door electrolyse der chloriden) bij ± 500° C in een stroom waterstof te verhitten.
Men schat de totale productie aan pyr.all. jaarlijks op rond 150 ton, grootendeels uit in Duitschland voorbereide grondstoffen. De industrie van deze producten, welke in haar eerste jaren door een vinnige patentstrijd is belemmerd, verkeert in volle ontwikkeling. Litt.: zie o. m. Böhm, Die Verwendung der seltenen Erden, Kellermann, Die Darstellung des metallischen Cers, Geo. Martin, Pyrophoric alloy Industry, Chem. World 1913, 2, p. 288.