Pontus - (Gr. Pontus, d. i. zee, in ruimeren zin zeekust), naam van een gedeelte der Noordkust van Klein-Azië, eerst in den laat-Helleenschen tijd ontstaan ; de P. omvatte ongeveer het land tusschen de rivier Halys en de Colchisch-Armeensche gebergten; de volledige naam was destijds Cappadocië aan den Pontus. Achtereenvolgens heerschten .daar Assyriërs, Lydiërs, Meden, Perzen ; sedert de 8ste eeuw werden er Grieksche steden gesticht, zooals Trapezus, Cerasus, e. a. Na den slag bij Ipsus in 301 gelukte het een vorst uit het huis der vroegere satrapen van Phrygië, Mithradates, gebruik makend van de oorlogen der Diadochen, een eigen rijk te stichten (vandaar zijn bijnaam Otistes, d. i. stichter). In 296 nam hij den titel van koning van Paphlagonië en Cappadocië aan den P. aan ; op hem volgden Ariobarzanes III, Mithradates IV, Pharnaces I, Mithradates V (156) en sedert 120 v. C. Mithradates VI de Groote, onder wien het rijk zijn grootsten omvang en hoogsten bloei bereikte, maar ook in den Moedigen strijd met de Romeinen ten onder ging. De zegevierende Pompejus vereenigde in 63 v. C. het land ten W. van de rivier Halys als een deel der provincie Bithynië met het Rom. rijk, terwijl hij andere gedeelten aan verschillende vorsten van Azië toewees.
Het aan de provincie Bithynia et Pontus grenzende deel met een gedeelte der kust kwam aan Dejotarus, den vorst der Galaten, en heette voortaan P. Galaticus ; het middengedeelte van het land kwam later door den triumvir Antonius aan zekeren vorst Polemo en kreeg den naam P. Polemoniacus. Keizer Nero maakte het 63 n. C. tot een Rom. provincie, welke eerst een deel van Galatië, later met den P. Galaticus een deel van Cappadocië vormde. Op het eind der 3de eeuw vormen de P.-landschappen weer 2 provincies, waarvan de Oostelijke den naam P. Polemoniacus behield, de andere Hellenopontus genoemd werd.