Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Polo (sport)

betekenis & definitie

Polo (sport) - (van pulu, de Thibetaansche naam voor bal), (paardensport), een spel met 2 partijen, waarbij de bedoeling voorzit, om een kleinen bal (3 inches middenlijn) met een langen stok (4 voet), aan het eind waarvan een hamervormig dwarsstuk, tusschen de beide doelpalen van de tegenpartij te slaan. Volgens de tegenwoordig in Eng. heerschende regels van de Hurlingham Club moet de afstand van beide doelen minstens 250 yards bedragen, die tusschen de doelpalen 8 yards. Beide partijen kunnen 3 tot 6 spelers sterk zijn (bij officieele wedstrijden 4); deze berijden daarbij z.g.n. polo-poneys, kleine voortreffelijke paarden, die volkomen gaaf moeten zijn. Het spel duurt 1 uur 10 min., met een rust van 5 min. na elke 20 min.

De spelregels hebben eenige overeenkomst met die van het hockeyspel. De oorsprong van het polospel ligt in Azië, waar het reeds in het oude Perzië, in Tartarije en Britsch-Indië zeer geliefd was. De Britsche cav.-officieren maakten er in Indië kennis mede en die van het 10de reg. Huzaren brachten het in 1871 naar Eng. over, waar het eveneens bijzonder in den smaak viel. Door de kostbaarheid van het vereischte paardenmateriaal kan het echter alleen door de zeer welgestelde klassen worden gespeeld.