Ouverture, - het orkeststuk, dat dient ter opening van een dramatisch-muzikale voorstelling. Aanvankelijk heette zulk een inleiding sinfonia; zij was — toen nog — beknopt van vorm, en in aesthetisch opzicht van weinig beteekenis. Met de ontwikkeling van de opera hield die van de o. gelijken tred. Alessandro Scarlatti bevestigde den vorm der Italiaansche o. (een langzaam gedeelte tusschen twee snelle), die reeds vóór hem door vele componisten was aangeduid, en Lully moet als de schepper der Fransche o. worden aangemerkt (langzaamsnel-langzaam).
Uit de Italiaansche o. ontwikkelde zich de symphonie, uit de Fr. door ’t weglaten van het laatste gedeelte, de o. met langzame inleiding. Het aesthetisch beginsel, dat de o. op de handeling der opera moet voorbereiden, den hoorder in de vereischte stemming dient te brengen, werd door vele componisten te eenenmale genegeerd. Rossini en zijn navolgers schreven vaak als o. een banaal en triviaal muziekstuk, dat met de opera geenerlei verband hield. Menige o. is gebouwd op motieven van de opera, ’t geen natuurlijk het verband en de eenheid bevordert. Vaak wordt een muziekstuk in den vorm der o. gecomponeerd, dat bestemd is om afzonderlijk te worden uitgevoerd, concert-o. Zie H. Bottsibter, Gesch. der O.