Ordines - [Latijn: ordo = hier: rang (door wijding)], in de R.-K. kerk de zeven rangen, waaruit de geestelijke stand bestaat. Het zijn de vier kleinere of mindere orden (o. minores)
n.l.
1) de orde van het Ostiariaat of van Deurwachter; deze roept de geloovigen bijeen door klokgelui en houdt de wacht aan de deur der kerk;
2) de orde van het Lectoraat of van Lezer, die de liturgische lezingen houdt;
3) de orde van het Exorcistaat of van Duivelbezweerder, die de geloofsleerlingen onderricht, de eerste handopleggingen doet en hen bij de offerande der Mis wegzendt;
4) de orde van het Acolytaat of van Lichtdrager, die de flambouwen draagt bij de H. Geheimen en verdere diensten verricht bij den celebrant, leder wijdeling raakt bij de betreffende orde bepaalde liturgische voorwerpen aan. Oefenden de wijdelingen oorspronkelijk de ambten uit, door hun naam aangeduid, tegenwoordig zijn de mindere orden slechts een voorbereiding tot de drie hoogere o.(o. maiores of sacri): het subdiaconaat, het diaconaat en priesterschap. De Grieksche kerk kent behalve de 3 ordines maiores slechts het Lectoraat.
