Oorlogsschat - reserve of schat, waaruit de staat in geval van oorlog kan putten. In de Oudheid was het zeer gebruikelijk, dat de vorsten dergelijke schatten verzamelden. Later is het meer in onbruik geraakt. Pruisen heeft echter sinds Frederik Willem I een o.s. gehandhaafd, die later aan het Duitsche Rijk is overgegaan.
In 1871 zonderde Duitschland weder 120.000.000 M. aan goud als oorlogsschat af, welke in den Juliustoren te Spandau werden opgeborgen. Tot op zekere hoogte doet in den nieuwen tijd de goudreserve der circulatiebanken als oorlogsschat dienst. Vooral Rusland en Frankrijk hadden tegen het uitbreken van den wereldoorlog enorme goudvoorraden verzameld. Gebruik dier groote beschikbare metaalsaldi (zie CIRCULATIEBANK) niet voor aankoop van benoodigdheden in het buitenland, maar als basis van een sterk uitgebreide biljettencirculatie is echter in dien oorlog door de daaraan verbonden inflatie niet onbedenkelijk gebleken.