Offsetdruk, ook wel gummi- of rubberdruk, een der nieuwste drukmethoden, door den Amerikaan Irmen W. Rubel gevonden, welke ook bij den hoog- en diepdruk kan worden toegepast, doch het meest voor den vlakdruk geëigend is. De drukplaat of vorm wordt daarbij niet rechtstreeks op papier, maar eerst op een gummidoek afgedrukt, welke de te vermenigvuldigen voorstelling weer op het papier overzet. Voor het bedrukken van blik was deze methode reeds lang in gebruik. Een vlakke zinken plaat wordt zorgvuldig ontvet en gegreind (ruw gemaakt) en verder behandeld als bij den steendruk gebruikelijk is.
Het voorbeeld moet tweemaal omgedrukt (overgebracht) worden, wijl het recht (niet in spiegelbeeld zooals bij elke rechtstreeksche drukwijze) op de drukplaat moet staan, opdat het in spiegelbeeld op den gummidoek kome te staan en van daar weer recht op het papier worde overgedrukt. De o. vereischt een bijzondere drukpers, waarin de drukplaat om een cylinder wordt gebogen, die vervolgens door middel van cylinders bij afwisseling met water wordt bevochtigd en van inkt voorzien. Het papier loopt langs den cylinder met gummidoek en wordt daar door een anderen gummirol tegen geperst. Zinkplaat en gummidoek moeten ieder voor zich overal even dik zijn, opdat het overdragen van den druk bij geringe spanning zoo gelijkmatig mogelijk kan geschieden. Bij den o. is het gebruik van ongesatineerde, zelfs grove en derhalve goedkoope papieren mogelijk; autotypiën en fijne gravures komen dan nog ten volle tot hun recht, veel beter dan bij snelperssteendruk.
Zelfs drukken van lichtdrukken geven, wanneer de plaatkorrel niet te fijn is, goede uitkomsten. Het glanzende en vaak storende kunstdrukpapier, dat de boekdruk voor autotypiën vereischt, is dus niet noodig, terwijl de inkt ook mat op het papier komt; een nadeel is echter de mindere dekking in de donkere partijen (dus b.v. in het diepzwart), wijl geen inktsamenstelling bestaat, die niet ten deele aan den gummidoek blijft hechten. Kwalitatief staat de o. boven den steendruk of rechtstreekschen zinkdruk (waarbij de lithographische steen door een zinkplaat is vervangen), kwantitatief levert het procédé driemaal meer in gelijken tijdsduur, terwijl het voor groote oplagen met niet te ingewikkeld drukbeeld ook veel goedkooper is. Vermoedelijk zal de o. weldra groote toepassing vinden en in de toekomst den boekdruk, waartegenover deze vorm van vlakdruk wat vlugheid van werken en kostprijs betreft nu nog vrijwel gelijkwaardig staat, verdringen. Wanneer de lichtbeeld-zetmachine tot verdere volmaking zal zijn gebracht en een negatief-film met tekst en afbeeldingen kan leveren, die onmiddellijk chemigrafisch op de drukplaat wordt overgebracht, zal de o. zeer waarschijnlijk het drukprocédé van het geïllustreerde dagblad der naaste toekomst zijn.