Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Nieuw-Caledonië

betekenis & definitie

Nieuw-Caledonië, - eiland in Fr. bezit, gelegen in den grooten Oceaan, op ± 1460 K.M. ten O. van Australië’s continent. In 1774 ontdekt door Cook. Grootste lengte 400 K.M. Gemiddelde breedte 60 K.M. oppervl. 16.700 K.M.2, die der dichtbijgelegen Loyalty-eil. 3000 K.M.2 Rondom het geheele eiland een koraalrif. De bodem is voor de helft onbruikbaar ; 4200 K.M.2 is weide- en evenveel bouwland. 1300 K.M.2 is met wouden bedekt, die geëxploiteerd worden.

Het klimaat is, hoewel N.-C. in de tropen ligt, gematigd en gezond, met groot verschil tusschen jaarmaximum en -minimum, vaak droog. Door het klimaat groeien er sub-tropische planten en die tropische, welke geen vochtige en constante warmte behoeven. De dierenwereld is arm. De bevolking bedroeg in 1911 60.600, waarvan de inboorlingen de groote meerderheid vormen. Verder wonen er eenige duizenden gedeporteerden, die, volgens de meesten, de ontwikkeling van het eiland en de vestiging van andere kolonisten tegenhouden. Franschen vestigen er zich heel weinig, wel Javanen, Tonkineezen, Voor-Indiërs, en bewoners der Nieuwe-Hebriden.

Voornaamste landbouwproducten zijn: koffie, copra, katoen, maniok (cassave), mais, tabak, bananen, ananassen. De veestapel bedraagt ongev. 200.000 runderen en 60.000 schapen. De mineraalrijkdom omvat: goud, koper, antimonium en lood in ’t N., ijzer, nikkel, kobalt in ’t Midden en Z., kalk, leem en gips in ’t W. De uitvoer aan delfstoffen werd in 1916 geschat op bijna 2 millioen, de totale uitvoer op ruim 6| millioen, de invoer op ruim 5 millioen. Uitgevoerd worden, behalve delfstoffen, koffie, copra, rubber en guano. Ingevoerd o. a. wijn, kolen, rijst. Havenplaats is Nouméa. — Litt.: A. Bernard L’Archipel de la Nouvelle Calédonie, (Paris 1896).