Mozaiek - (Gr.-Rom.). Sedert Alexander den Groote kwam van uit het Oosten de m. naar Griekenland. Vooral in Hellenistischen tijd bestonden groote kunstenaars op dit gebied, die we in Pergamon en Pompei leeren kennen. Te Rome kwam m., naar het heet, eerst tijdens Sulla in gebruik; later namen ook de provincies het over; vooral in Frankrijk en Tunis vindt men prachtige voorbeelden ervan.
Eerst treft men het m. slechts op den vloer aan, later ook langs de wanden. Het bestaat uit kiezelsteentjes en stukjes marmer, in rijke kleurenpracht bij elkaar gezocht, waar men soms ook stukjes gekleurd glas en minderwaardige edelgesteenten tusschen legde. Van de m. der Oudheid is het mooiste de „Alexanderslag” uit Pompei (nu in Napels), die aan den kunstenaar Philoxenos van Eretria toegeschreven wordt.