Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Moerad

betekenis & definitie

Moerad - (Amurat), naam van verschillende sultans van Turkije.

M. I, sultan van 1359—89, geboren 1319, volgde zijn vader Orkhan, nadat zijn oudere broeder Soliman reeds vóór zijn vader overleden was, in 1359 op den Osmaanschen troon en zette hun beider veroveringen voort. Na de verovering van Adrianopel en Philippopel maakte hij zich in 1362 van geheel Thracië meester; in 1365 bracht hij zijn residentie naar Adrianopel over. De Serviërs, Walachen en Bulgaren onderwierpen zich aan hem en door de overwinning op Ali-Bey van Konia in 1386 bracht hij bijna geheel KleinAzië onder zijn macht. Een opstand, door zijn zoon Saudsji met den Byzantijnschen prins, den lateren Andronicus IV, in 1375 in Rumelië verwekt, onderdrukte hij en zijn zoon liet hij terechtstellen. Bij Rossowa, op het Lijsterveld, versloeg hij 15 Juni 1389 de vereenigde Serviërs, Albaneezen en Walachen, die een poging deden de Turksche heerschappij af te schudden, in een langen, bloedigen veldslag, werd echter na de overwinning door een gewond Servisch edelman gedood en in Broessa bijgezet. Hij werd zoowel om zijn schitterende daden als om zijn vroomheid, gerechtigheid en liefde voor ontwikkeling door de Osmanen als heer en overwinnaar hoog vereerd.
M. II, sultan van 1421—51, geb. 1401 als zoon van Mohammed I, moest na den dood zijns vaders (1421) eerst met zijn broeder Moestapha om de heerschappij vechten, overwon hem in 1422 en liet hem terechtstellen. Vervolgens richtte hij zich tegen keizer Manuel II, die Moestapha gesteund had, en belegerde Constantinopel van Juni tot Sept. 1422 zonder succes, maar de keizer moest zich toch in den 1424 gesloten vrede tot het betalen eener schatting verplichten. In het binnenland herstelde M. op krachtige wijze rust en orde, daarentegen had hij tegen de Venetianen te strijden, wien hij 1430 Saloniki ontnam, bezette daarop Janina in Epirus, bestreed koning Sigismond in Walachije en in Zevenbergen, veroverde 1440 geheel Servië, werd echter voor Belgrado teruggeslagen en moest na een tocht van Joannes Hunyadi in 1443 zelfs toelaten dat Servië hersteld werd; door de Hongaren werd M. erg bedreigd, totdat hij hun 10 Nov. 1444 bij Varna een beslissende nederlaag toebracht, waarbij koning Wladislaw I sneuvelde. Een zelfde succes behaalde hij 19 Oct. 1448 door den tweeden slag op het Lijsterveld, waarin Hunyadi verslagen werd; 1449 bezette hij het overig gedeelte van het despotaat Epirus, doch kon 1450 tegen den Albaneeschen aanvoerder Skanderbeg (zie ald.) niets uitrichten. Hij overleed 5 Febr. 1451, en werd opgevolgd door zijn zoon Mohammed II.
M. III, sultan van 1574— 1595, geb. 1546, zoon van Selim II, voerde een langen oorlog met Perzië, maar was een onbeduidend vorst.
M. IV, sultan van 1623—40, geb. 1609 als zoon van Ahmed I, werd 1623 na het afzetten van zijn oom Moestapha I op den troon verheven. Wegens zijn jeugdigen leeftijd verliepen de eerste tien jaren van zijn regeering onder voortdurende onrust, veroorzaakt door de oproerige Janitsaren. Bagdad ging aan de Perzen verloren. Maar na 1632 herstelde M. de orde van het rijk, waarbij hij niet voor gewelddaden terugdeinsde. Na de Janitsaren beteugeld te hebben, beoorloogde hij de Droesen onder Fakhr ed-din* en de Perzen aan wie hij Eriwan Tebriz en Bagdad weer ontnam (1639).
M. V, zoon van AbdoelMedjid, geboren 1840, als prins Mohammed Efendi genaamd, werd na de troonsbestijging van zijn oom Abdoel-Aziz (1861) van alle publieke aangelegenheden verwijderd gehouden en hard behandeld, daar hij met de door Abdoel-Aziz voorgenomen wijziging in de troonsopvolging geen genoegen wilde nemen. Toen zijn oom door zijn onbekwaamheid zelfs de streng-geloovige Turken van zich afkeerig gemaakt had, werd M. door een paleis-revolutie 30 Mei 1876 op den troon verheven. Daar het echter weldra bleek, dat zijn gezondheid naar lichaam en geest ongeneeslijk verwoest was, werd hij 31 Aug. van hetzelfde jaar weder van den troon gestooten en naar een afgelegen paleis vervoerd, waar hij sedert in stompzinnigheid leefde en 1904 overleed.

< >